Gjør som tusenvis av andre bokelskere
Abonner på vårt nyhetsbrev og få rabatter og inspirasjon til din neste leseopplevelse.
Ved å abonnere godtar du vår personvernerklæring.Du kan når som helst melde deg av våre nyhetsbrev.
Van oudsher was een apothekersassistente niet meer dan het hulpje van de apotheker. De apotheker wist alles, kon alles en besliste alles wat er in de apotheek gebeurde. Apothekersassistenten vormen tegenwoordig echter een onmisbare schakel in de organisatie van de apotheek. Om de dienstverlening in de apotheek te verbeteren hebben zij er een aantal belangrijke taken bij gekregen. Een van die kerntaken is logistiek en voorraadbeheer. In Voorraadbeheer en logistiek staat deze kerntaak centraal. Eerst wordt uitgebreid ingegaan op het begrip 'logistiek': alles wat te maken heeft met het plannen en organiseren van geneesmiddelenstromen, het magazijnbeheer en het transport van medicijnen. Daarna komen de verschillende facetten van voorraadbeheer aan bod. Hoeveel geneesmiddelen zijn er in voorraad? Hoe vaak worden deze besteld en in welke hoeveelheid? Hoe snel kan een geneesmiddel worden geleverd? Hoe houd je een optimale balans tussen de voorraad en het aantal bestellingen? De auteur gaat op al deze vragen in en besteedt daarbij ruime aandacht aan onder meer kostenbeheersing, automatische bestelsystemen en de indeling van de apotheek.
Inclusief CD met muziekfragmenten Hét standaardwerk voor de muziektherapeut Evidence based practice voor de behandeling van psychische stoornissen, problemen en beperkingen Sinds de verschijning van de eerste editie van het Handboek muziektherapie in 1995 hebben de ontwikkelingen op dit vakgebied elkaar in hoog tempo opgevolgd. Zowel nationaal als internationaal zijn er veel nieuwe praktische en theoretische inzichten ontstaan. Dat heeft geleid tot deze geheel vernieuwde editie van het Handboek muziektherapie.Sinds de verschijning van de eerste editie van het Handboek muziektherapie in 1995 hebben de ontwikkelingen op dit vakgebied elkaar in hoog tempo opgevolgd. Zowel nationaal als internationaal zijn er veel nieuwe praktische en theoretische inzichten ontstaan. Dat heeft geleid tot deze geheel vernieuwde editie van het Handboek muziektherapie.Verscheidene muziektherapeuten, ieder met een specialisatie op het gebied van een bepaalde stoornis of binnen een bepaald werkveld, hebben aan het boek meegewerkt. Deze gebundelde kennis zorgt ervoor dat het Handboek muziektherapie een goed overzicht van theorie, praktijk en onderzoek biedt.Het boek is opgebouwd uit drie delen. Deel I bevat het model van indicatiestelling, gaat in op verschillende vormen van onderzoek en multidisciplinaire richtlijnontwikkeling en geeft een overzicht van theoretische modellen. Deel II heeft betrekking op de methodische kant van de indicatiestelling en bevat hoofdstukken over onder meer receptieve en actieve muziektherapie, doelen en werkvormen. Deel III, ten slotte, vormt de kern van het boek. De eerder behandelde theorie wordt hierin op de praktijk afgestemd. Aan de hand van cases die zijn ontleend aan de eigen praktijk van de auteurs, wordt telkens één stoornis, probleemgebied of werkveld centraal gesteld.
De informatie¿uitwisseling tussen arts en patiënt schiet nogal eens tekort, met nadelige consequenties voor de kwaliteit van de medische zorg tot gevolg. Diagnosen worden onjuist of te laat gesteld, verwijzingen zijn overbodig of behandeladviezen worden niet opgevolgd door ontevredenheid van patienten. Anamnese en advies, richtlijnen voor de informatie¿uitwisseling tussen arts en patient is geschreven om een bijdrage te kunnen leveren aan de verbetering van de informatieuitwisseling tussen arts en patiënt. Deze informatie¿uitwisseling heeft betrekking op het gesprek tussen arts en patient, zoals zich dat afspeelt in het consult van de patient bij de huisarts, in het bezoek van de patient aan de specialistische polikliniek, en in de vele ¿soms incidentele¿ contacten met artsen en specialisten tijdens het verblijf van de patiënt in het ziekenhuis. In deze derde, herziene druk van Anamnese en advies zijn herzieningen aangebracht op die punten waar de aard van de gespreksvoering veranderd is ten gevolge van recente ontwikkelingen in de geneeskunde en de maatschappij. Te denken valt hierbij aan de zogenaamde 'mondige' patiënten en de verbreiding van medische kennis onder de bevolking. Nieuw is ook het laatste hoofdstuk, waarin in het aanbevolen gespreksmodel in verband wordt gebracht met de vraag: 'Wat is eigenlijk de grondhouding waarmee de arts zijn beroep wil uitoefenen?'.
Steeds meer mensen ontdekken de waarde van intervisie. Zij krijgen meer inzicht in zichzelf, doordat ze in gestructureerd overleg van kleine groepen met professionals vragen over het eigen functioneren bespreken. Dit boek helpt bij het zelfstandig starten met intervisie en het opzetten van een intervisiegroep.Kenmerkend voor intervisie is de zelfsturing. Iedere deelnemer in de groep is gelijk aan de ander en er is geen leiding. Dat vraagt veel van startende intervisiegroepen. Een handvat in de vorm van dit boek blijkt waardevol. Beide auteurs putten uit hun brede ervaring met startende en geoliede intervisiegroepen. Zij laten zien wat de kritische succesfactoren zijn en onder welke condities intervisie het best tot zijn recht komt. Met dit boek stimuleren zij de lezers om met intervisiemeer uit hun werkervaringen te halen en hun kennis en kunde met leden van hun intervisiegroep te delen.
Het Leerboek sportmassage is verdeeld in drie delen: Anatomie van het menselijk lichaam, Fysiologie en Sportmassage. Het eerste deel gaat in detail in op de systematische anatomie (bouw van de orgaansystemen) en de topografische anatomie (ligging van de verschillende systemen). Deze kennis is onmisbaar voor een goed begrip van de functionele anatomie (bewegingsleer). Het tweede deel van het boek behandelt de fysiologie. Kennis hiervan is wezenlijk bij het beantwoorden van de vele vragen die een sportbegeleider in de uitoefening van het vak tegenkomt. Vaak hebben kwesties betrekking op de effecten van inspanning, training, (sport)voeding, hormoonpreparaten of doping. Bestudering van het hoofdstuk Fysiologie stelt de sportbegeleider in staat de fysiologie van de mens in de sportpraktijk toe te passen. In het onderdeel Sportmassage komen de geschiedenis van het vak, de handgrepen, voorwaarden en (contra)indicaties aan bod. Naast het masseren kent het vak sportmassage in de praktijk ook preventieve en verzorgende taken. Het leerboek sluit daarom af met een behandeling van deze aspecten. Leerboek sportmassage is volledig afgestemd op de leerdoelen sportmassage van het Nederlands Genootschap voor Sportmassage (NGS) en bereidt voor op de exameneisen voor het diploma sportmassage.
De interactieve methode die in dit boek wordt beschreven is ontstaan vanuit het werken in de praktijk van creatieve therapie met groepen. De interactieve methode als benaming is een samenvoeging van de woorden 'interactie' en 'actief'. Cliënten in creatieve therapie zijn actief, werken met elkaar en zijn daardoor in interactie met het materiaal en met anderen. Het begrip interactie staat in deze methode centraal. De kracht van de onderlinge hulp is een belangrijk middel bij het oplossen van problemen. De groepsleden kunnen elkaars positieve en negatieve voorbeeld zijn, geven elkaar inzicht en worden door elkaar geconfronteerd met hun eigen gedrag. Het boek bestaat uit twee delen. In het eerste deel wordt de interactieve methode uiteen gezet. Het tweede deel bevat een aantal opdrachten die toegepast kunnen worden volgens de interactieve methode. Praktijkvoorbeelden verhelderen de tekst. Het boek is bedoeld voor mensen die als creatief therapeut werkzaam zijn in de therapeutische en agogische sector. De beschreven methode is bruikbaar voor open en gesloten groepen, heterogene en homogene groepen. Het kan toegepast worden bij volwassenen en kinderen, zowel in langdurende als kortdurende behandelingen en in verschillende settings. In deze tweede druk is de beschrijving van de methode verder verbeterd en meer onderbouwd. Ook zijn meer praktijkvoorbeelden toegevoegd.
Welke vormen van intermenselijke communicatie kunnen we onderscheiden? Welke kenmerken hebben ze en hoe manifesteren ze zich? Welke effecten hebben ze op gedrag? En in welke verhouding staan ze tot gestoord gedrag? Het antwoord op deze vragen wordt helder geïllustreerd met een groot aantal aan de literatuur ontleende voorbeelden. Zo geeft het boek een diepgaande analyse van Albee's 'Wie is er bang voor Virginia Woolf'. Speciale aandacht is er ten slotte voor het fenomeen van de paradox
Het boek bestaat uit twee delen. In deel I behandelen de auteurs de ontwikkelingsfasen die zich op het terrein van het personeelsbeleid hebben voorgedaan. Deze fasen worden beschreven en becommentarieerd tegen de achtergrond van veranderingen in de relatie tussen mens, arbeid, organisatie en maatschappij. De auteurs wijzen er onder meer op dat personeelsfunctionarissen zich meer moeten gaan inzetten om arbeidsorganisaties ook in bedrijfsethisch opzicht goed te laten functioneren. In deel II bespreken de auteurs de diverse aandachtsgebieden van de personeelsfunctie, zowel in hun onderlinge samenhang als in hun gerichtheid op de verwezenlijking van interne en externe organisatiedoelstellingen.
In dit boek gaat de auteur nader in op de gevoelige periode voor de ontwikkeling van het kind. Vooral de eerste banden met anderen, de taal en de waarneming verlopen in de eerste twee levensjaren veel sneller en soepeler dan in de latere jaren. Stap voor stap wordt de ontwikkeling van het kind beschreven met daaraan gekoppeld een groot aantal praktische tips en spelletjes die bij die ontwikkeling aansluiten. Ruim vijftien jaar hebben de bevindingen van Marianne Riksen-Walraven hun diensten bewezen.
Cognitieve gedragstherapie bij jongeren met een eetstoornis is een protocol voor de behandeling van jongeren tussen de 10 en 20 jaar met een eetstoornis. Het protocol bestaat uit een praktische handleiding voor de behandelaar en een aansprekend werkboek voor de jongere. De handleiding beschrijft voor de verschillende behandelfasen een reeks van mogelijke technieken, waaruit de therapeut kan kiezen. Een theoretische onderbouwing van het behandelprotocol, een overzicht van empirisch onderzoek en een bespreking van gebleken behandelresultaten van verschillende behandelmethoden gaan hieraan vooraf. Het werkboek informeert de jongere over eetstoornissen en bevat opdrachten en oefenmateriaal. Het werkboek wordt los van de handleiding aangeboden. Een protocol dat bruikbaar is voor de behandeling van zowel jongeren met anorexia nervosa, boulimia nervosa als een eetstoornis niet anders omschreven, is niet eerder verschenen in Nederland. 'Deze kleurrijke, fris geïllustreerde boeken vullen een lacune in het arsenaal van elke behandelaar die met deze doelgroep te maken heeft', aldus Chaim Huyser, kinder-en jeugdpsychiater, in Tijdschrift Kinder-& Jeugdpsychotherapie nr 4 2011. Geschikt voor psychologen, orthopedagogen, psychiaters en andere hulpverleners. Dit protocol verschijnt in de Kind en Adolescent Praktijkreeks. Een reeks met heldere en gefundeerde informatie over stoornissen en behandelmethoden voor kinder- en jeugdpsychologen, orthopedagogen, kinder- en jeugdpsychiaters en andere hulpverleners. In iedere uitgave komt een behandelmethode aan de orde.
Bijzondere gevallen. Huisartsen worden daar vaak als eerste mee geconfronteerd. Die gevallen zijn in eerste instantie vaak niet meer dan een casuïstische mededeling. Over aandoeningen met een lage prevalentie, waarover nooit een NHG¿Standaard zal verschijnen, over een diagnostisch instrument, een aparte therapie of nauwelijks gebruikte farmacotherapie die in individuele gevallen heel goed werkzaam bleek. Maar die mededelingen zijn van groot belang want ze vormen de belangrijkste startpunten voor medische innovatie.Vrijwel alle klinische lessen in Een bedrieglijke bijbal zijn zulke casuïstische mededelingen. Geschreven vóór en dóór huisartsen. Want niet alleen is een huisarts degene die de afwijking als eerste constateert, hij kan ook het best de lessen trekken die leerzaam zijn voor zijn collega's. Elk hoofdstuk uit deze bundel is daardoor een collegiaal feest om te lezen!In deze reeks verschenen: Palliatieve zorg Kwalitatief onderzoek
De zorg voor vaatpatiënten is in twintig jaar aanzienlijk veranderd. Fascinerende technische ontwikkelingen hebben grote invloed gehad op zowel de diagnostiek als de behandeling van patiënten met vaatziekten. Daarnaast worden vaatpatiënten meer en meer behandeld door multidisciplinaire teams bestaande uit medische specialisten van verschillende disciplines en beroepsbeoefenaars met een verpleegkundige achtergrond. Voor gespecialiseerde verpleegkundigen ontstaan dan ook nieuwe rollen. Taken van artsen worden overgenomen door nieuwe categorieën beroepsbeoefenaars, zoals 'nurse practitioners' en 'physician assistants'.Deze ontwikkelingen vinden nu hun weerslag in dit eerste Nederlandstalig handboek over vasculaire geneeskunde. Klinische zorg rondom de vaatpatiënt belicht de zorg voor patiënten met arteriële en veneuze vaatziekten zowel vanuit medisch als verpleegkundig oogpunt. Elk hoofdstuk begint met een casusbeschrijving en alle secties over specifieke vaatziekten worden afgesloten met een samenvatting van verpleegkundige aspecten.
Duizelig en slecht horen na een griepje. Die vervelende verstopte neus. Hangerig en vaak keelpijn. Studenten vinden het vaak niet eenvoudig om de in hun studie opgedane theoretische kennis te vertalen naar het oplossen van medische problemen in de praktijk. Hoe interpreteer je gegevens uit anamnese en onderzoek? Hoe kom je tot een medische beslissing bij alledaagse en minder alledaagse problemen in de huisartsen¿ en knöpraktijk?Keel¿neus¿oorheelkunde en hoofd¿halschirurgie ¿casuïstiek uit de dagelijkse praktijk ondersteunt studenten bij het ontwikkelen van het klinisch denken. Het casusboek, een aanvulling op de bekende uitgave Keel¿neus¿oorheelkunde en hoofd¿halschirurgie, biedt een uniek kijkje in de spreekkamer van de huisarts en knöarts. Door de systematische presentatie van de 47 casus ¿ anamnese, onderzoek, diagnose, behandeling en follow¿up ¿ leent de casuïstiek zich bij uitstek voor probleemgeoriënteerd onderwijs.Keel¿neus¿oorheelkunde en hoofd¿halschirurgie casuïstiek uit de dagelijkse praktijk is onderdeel van de Casusreeks. Deze reeks presenteert casus uit de klinische praktijk en is daarmee een hulpmiddel bij het systematisch (leren) bepalen van een behandelplan. De casuïstiek dient als leidraad bij probleemgericht onderwijs. Deze reeks is niet alleen een steuntje in de rug voor de coassistent die vertrouwd raakt met de praktijk, maar ook een opfrisser en inspiratiebron voor de meer ervaren arts.
Psychiatrie en verstandelijk-gehandicaptenzorg.
Dit boek is bestemd voor kwalificatieniveau 4 en 5 en vormt een onderdeel van het leer- en vormingsgebied verpleegkunde. Het boek behandelt de verstandelijk gehandicaptenzorg in haar volle breedte. Na een oriëntatie op zorgvragers met een verstandelijke handicap wordt ingegaan op veelvoorkomende complicaties, op het vaststellen van de hulpvraag en op diverse strategieën voor benadering en behandeling. Ook wordt stilgestaan bij specifiek hulpvragen en de begeleiding daarbij. Hierbij kan gedacht worden aan slechtziendheid, agressie, stervensbegeleiding en ziekenhuisopname. Het boek wordt afgesloten met een overzicht van relevante wetgeving en een beschrijving van de voorzieningenstructuur.
Zorg rondom COPD is een belangrijke aanwinst in de reeks Zorg rondom. Dit eerste naslagwerk voor verpleegkundigen beschrijft op een overzichtelijke manier wat COPD is en hoe de behandeling ervan in de zorg kan worden ingevuld, op zowel epidemiologisch, medisch als psychosociaal gebied.COPD (chronisch obstructieve longziekte, zoals chronische bronchitis en emfyseem) krijgt de laatste jaren steeds meer aandacht - en niet zonder reden. COPD is immers een van de meest voorkomende ziekten met dodelijke afloop en het aantal patiënten stijgt nog steeds. Door deze ontwikkeling wordt de professionalisering van de longverpleegkundige steeds belangrijker. Zorg rondom COPD wil enerzijds een bijdrage leveren aan de (bij) scholing van de (long) verpleegkundige en anderzijds de kwaliteit van de zorg aan de COPD-patient helpen verbeteren.
eHealth is sterk in opkomst. In alle zorgsectoren zijn wel een of meerdere pilots met dit thema te vinden. Ook in de langdurige zorg zijn er diverse pilots, van gebruik van iPads in de ouderenzorg, tot de client met een licht verstandelijke beperking die online gaat en een deel van zijn begeleiding online ontvangt via een (aangepaste) computer en internet. Dit boek gaat in op de achtergrond van eHealth in de langdurige zorg.
Zorgcategorie: Geriatrische zorgvragerSetting: Het geriatrisch netwerkKorte inhoud: Deze casus gaat over meneer Belfort en zijn dementie. De verschillende fasen van dementie, de achtergrond en rol van de familie en omgeving komen aan bod, evenals het geriatrisch netwerk van de huisarts, thuiszorg, het algemeen ziekenhuis, de GAAZ, het verpleeghuis en de alternatieve woongroepvormen.
In dit basiswerk worden alle belangrijke medische hulpmiddelen beschreven die regelmatig via de apotheek worden geleverd. In elk hoofdstuk wordt duidelijk aangegeven wat de rol van de apotheek is. Met dit boek wordt materiaalkennis van hulpmiddelen aangeboden, waarmee de adviesfunctie van apothekersassistent naar behoren kan worden uitgeoefend. In deze nieuwe druk zijn alle hoofdstukken geactualiseerd en zijn de weblinks gecontroleerd op beschikbaarheid. De links geven aanvullende productinformatie indien gewenst of vereist. In dit basiswerk komen onder andere aan bod: incontinentiemateriaal, stomaverzorging, wondverzorging, hulpmiddelen bij diabetes mellitus, parenterale toediening, verneveling en hulpmaterialen bij toediening van sondevoeding. Medische hulpmiddelen is onmisbaar als basisboek voor de opleiding tot apothekers assistent. Daarnaast vervult het boek een nuttige rol als naslagwerk in de praktijk.
Abonner på vårt nyhetsbrev og få rabatter og inspirasjon til din neste leseopplevelse.
Ved å abonnere godtar du vår personvernerklæring.